Een autisme spectrumstoornis wordt ook wel een pervasieve ontwikkelingsstoornis genoemd, waarbij de term pervasief betekent: doordringend in de gehele ontwikkeling.
De kernsymptomen van uiten zich op drie gebieden. Ten eerste is er sprake van kwalitatieve beperkingen in de sociale omgang, bijvoorbeeld zeer beperkt non-verbaal gedrag en een gebrek aan wederkerigheid. Het tweede gebied waarop de stoornis zich uit is de communicatie, zoals een vertraging in- of gebrek aan gesproken taal of stereotiep taalgebruik. Tenslotte zijn er stereotype of rigide gedragingen. Deze kernsymptomen komen in verschillende combinaties en ernst voor. Daarom wordt er gesproken van autismespectrumstoornissen.
Vaak hebben kinderen met een autismespectrumstoornis ook last van angst-, dwang-, en stemmingsklachten; veel voorkomende gedragsproblemen zijn driftbuien, agressie, automutilatie, hyperactiviteit, impulsiviteit, stereotype gedragingen en rituelen, eet- en slaapproblemen. Deze klachten en problemen beïnvloeden het functioneren van het kind thuis, op school en in zijn vrije tijd.
Er zijn geen eenduidige cijfers over de prevalentie van autisme. Wel is bekend dat het vaker voor komt bij jongens dan bij meisjes. Duidelijk is dat er een sterk erfelijke factor is die een rol speelt in het ontstaan. Verschillende genen lijken betrokken te zijn bij de ontwikkeling van de aandoening; of ook omgevingsfactoren een rol spelen is nog niet afdoende onderzocht.
Wat betreft de behandeling is bekend dat de kernsymptomen niet te genezen zijn. Over het algemeen zal de behandeling, zich dan ook richten op de met autisme geassocieerde problemen (zie hierboven), ter stimulatie van de normale ontwikkeling en ter vermindering van gedragsproblemen in zijn algemeenheid. Meer individuele behandeldoelen moeten afgestemd worden op de ernst van de stoornis, de leeftijd, het ontwikkelings- en intelligentieniveau van het kind en de problemen waar de ouders (en school) tegenaan lopen. Daarnaast zijn eigenschappen van de ouders en omstandigheden waarin het gezin verkeert belangrijke factoren bij het opstellen van een behandelplan op maat.
Uit onderzoek is gebleken dat een gedragstherapeutische behandeling een positief effect kan hebben. Er zijn verder aanwijzingen dat een vroege start met de behandeling voordelen heeft; dit kan er namelijk o.a. toe leiden dat een kind met een autismespectrumstoornis relaties beter ontwikkelt en communicatieve vaardigheden beter leert. Daarnaast zouden kinderen met een autisme spectrumstoornis die op jonge leeftijd behandeld worden, op latere leeftijd mogelijk minder probleemgedrag vertonen.
Herkent u bovenstaande klachten? U kunt uw kind hiervoor bij ons aanmelden. Een ervaren psycholoog kijkt dan samen met u en uw kind naar de klachten en mogelijkheden voor behandeling.